De kop van dit artikel is terug te vinden in het raadsbrede bestuursprogramma 2022 -2026. Deze slogan omzetten in concrete verbetering is uitdagender dan een enkel zinnetje aan papier toevertrouwen. Welstand (past een bouwplan architectonisch in de omgeving?) is een van de meest besproken en zichtbare gemeentelijke taken (naast de scheve stoeptegel, onkruid, verstopte kolkjes en hondenpoep). Vooral op verjaardagen geeft het onderwerp vaak reden tot verhitte discussies waarbij de -meestal afwezige- lokale overheid het soms zwaar te verduren heeft. Als eerste stap om tot verbetering te komen is een Raadswerkgroep opgericht waar onze fractie deel van uitmaakt. Regelmatig krijgen we daarbij mandaat mee van de éénkoppige VVD-fractie wat ons des te sterker maakt in de discussie.
Om te komen tot zinvolle aanbevelingen hebben we afgelopen winter en voorjaareen rondje gemaakt langs bouwbedrijven en personen die ervaring hebben met vergunningsaanvragen en welstandsbeleid in Borsele. Dat leverde soms verrassende beelden op waarvan we dankbaar gebruik gemaakt hebben en die we hebben samengevat in een fractie memo. De eerste resultaten zijn inmiddels verzilverd, maar we willen nog veel meer verbeterslagen maken tijdens deze bestuursperiode. Opvallend was dat vergunningverlening an sich vaak prima verloopt. De klachten spitsen zich vooral toe op welstandsbeleid en de interpretatie daarvan. Eén van de eerste conclusies was dat het welstandsbeleid – dat we notabene als gemeenteraad zelf hebben vastgesteld – te uitgebreid is. We denken na hoe we dat kunnen vereenvoudigen en van dik 300 pagina’s tot bijvoorbeeld 30 pagina’s kunnen komen. Dat maakt het voor ambtenaren ook makkelijker, want hoe meer regels de raad vaststelt, des te meer dienen zij te toetsten. Zo steken we dus ook de hand in eigen boezem.
Ook het voorgeschreven detailniveau blijkt soms erg ver doorgevoerd te worden. Waar bijvoorbeeld jaren ’30 stijl voorgeschreven wordt, kan dit worden toegepast op de hoofdvormen van een gebouw tot ook in de kleinste details van elke dorpel, nagel of roede. Daarin moeten we samen evenwicht zoeken om enerzijds niet door te slaan naar Belgische toestanden en anderzijds niet te steggelen over onopvallende details, die de aanvrager ook nog eens onnodig op kosten jagen. Onze fractie is op zoek naar dat evenwicht, zonder dat precedent ontstaat of er regels worden vastgesteld die te ver van de praktijk staan, onredelijke kosten met zich meebrengen of niet handhaafbaar zijn.
Besproken voorbeelden die in de praktijk regelmatig voorkomen zijn het voorschrijven van één specifieke soort steen of dakpan of juist een keuze laten uit een kleuren- of materialenreeks zoals in andere gemeenten het geval is. Ook het voorschrijven van beplanting tot in de uithoeken van een woonwijk of alleen voor de hoofdstraten een voorwaarde te stellen kwam aan de orde. Een ander voorbeeld was het al dan niet toe staan om gevels wit te keimen of te schilderen. Achteraf mag dit wettelijk zonder welstandsgoedkeuring, mits er geen sprake is van een exces. De vraagt rijst dan of bij een bouwaanvraag hier uiterst terughoudend mee moet worden omgegaan, terwijl een initiatiefnemer later zonder al te veel wettelijke bezwaren alsnog de witselkwast ter hand kan en mag nemen. Duurzaamheidseisen kwamen ook naar voren, want isolatie van gevels, dakkapellen en daken kan leiden tot onhandige en incourante maatvoering. Een dik isolatiepakket neemt immers ruimte in die niet gebruikt kan worden als leefruimte, of ertoe leidt dat een dak hoger wordt in een rijtje huizen of een gevel voor de rooilijn uitkomt. En wat te denken over het plaatsen van regels betreffende (lawaaierige) warmtepompen in bestaande en nieuwe bouwplannen bijvoorbeeld? Wat doen we in zulke gevallen? Laten we duurzaamheid prevaleren boven de bouwregels, of zoeken we een praktisch werkbare oplossing? In de werkgroep ontstonden levendige discussies die uiteindelijk in de raad beslecht moeten worden.
Qua proces werd tijdens de ronde langs de velden opgemerkt dat het lang duurt voordat de gemeente een welstandsaanvraag in behandeling neemt en bijna standaard een brief stuurt met de boodschap dat het tien weken duurt alvorens de aanvraag behandeld kan worden. Die brief is inmiddels verleden tijd en praktisch past het ook, want het aantal aanvragen is vanwege de slappe situatie in de bouw behoorlijk afgenomen. Voldoende capaciteit is sowieso wel een vereiste voor een vlotte afhandeling. De beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel is de laatste jaren geen vanzelfsprekendheid en bovendien worden aanvragen er niet minder complex op. In de gesprekken bleek ook dat de gemeente zich regelmatig flexibel opstelt en qua werkdruk honderden aanvragen per jaar worden beoordeeld, waarbij de meerderheid in één keer wordt goedgekeurd. Compleetheid en professionaliteit van een aanvraag helpt daarbij. Er is overigens inmiddels afgesproken dat we als raad een jaarlijkse rapportage krijgen van de afhandeling van bouw- en welstandsaanvragen, want die is in onze optiek essentieel om onze taak goed te kunnen uitvoeren. In de welstandscommissie worden gemiddeld zo’n twintig aanvragen per keer behandeld, waarvan het merendeel in één keer wordt afgehandeld, al dan niet met een paar vrijblijvende suggesties of adviezen. Dat soort informatie is belangrijk als raadslid en hoor je niet vaak op verjaardagen als feedback…
Een ander punt waarover inmiddels ook een raadsbesluit is genomen, is deprioritering voor het College. Plannen waarvoor de voorbereiding of procedure al loopt, flexwonen en plannen van particulieren voor herstructurerings- en inbreidingslocaties dienen prioriteit te krijgen. Daarmee hopen we tegemoet te komen aan de wens van bouwbedrijven en ontwikkelaars die een mooi plan hebben, maar waarvoor te weinig ambtelijke capaciteit was om gezamenlijk te ontwikkelen. Er dient wel een kanttekening geplaats te worden dat sommige plannen toch stranden nadat de gemeente er veel tijd, geld en energie ingestoken heeft. Het plan Slothoeve in Baarland is zo’n voorbeeld dat strandde na ruim een jaar intensief overleg. Onze fractie heeft er in de raad van 29 juni op aangedrongen om deze prioritering actief te communiceren met initiatiefnemers, hetgeen het College ook heeft toegezegd. We hopen dat er zo een aantal mooie plannen weer op tafel komen voor realisatie want de provinciale woningbouwopgave is ook in Borsele ronduit een uitdaging! Een amendement van het CDA om extra aandacht te geven aan de mogelijkheden voor starters kreeg ook onze steun in diezelfde raadsvergadering.
De komende tijd werken we verder aan het welstandsbeleid, waarbij we verbindingenproberen te maken met de Omgevingswet die er toch eindelijk een keer moet gaan komen. Concrete voorbeelden met een positief kritisch advies zijn welkom, want uiteindelijk doen we het voor onze inwoners. De belofte dat het niet altijd een 10 hoeft te zijn, maar een 7 ook voldoende is houden we als SGP-ChristenUnie steeds in het oog!