“Cijfers liegen niet” wordt er wel eens gezegd. Dat klopt, maar de manier waarop cijfers gepresenteerd worden is ook belangrijk. Een voorbeeld daarvan is een artikel in de PZC van 25 oktober. Onder de kop “Zeeuwen achterop bij beperken restafval” staat in dikke vette cijfers het getal 223 met daaronder de tekst:
“per persoon werd in Zeeland vorig jaar 223 kilogram ongescheiden restafval weggegooid. Dat is 33 kilo meer dan de gemiddelde Nederlander in de grijze kliko of afvalzak stopte, zo heeft het CBS berekend”.
Als het Nederlands gemiddelde 190 kilo is en het Zeeuwse 223, dan is er niets op af te dingen dat we dan met een verschil van 33 kilo blijven zitten.
Maar kijken we naar de Borselse situatie (202 kg. restafval) dan is het verschil maar 12 kilo meer. Als we dan ook nog eens naar de kilo’s aan het begin van deze raadsperiode kijken, dan zien we in 2014 het totaal van restafval op 270 kilo staan. Een afname in drie jaar tijd van maar liefst 68 kilo. Werd in 2014 62% gescheiden ingezameld, in 2016 was dat al 69%.
Waarmee we maar gezegd willen hebben dat we ons afval nog beter kunnen scheiden, maar dat we zeker op de goede weg zijn. En als het zo doorgaat dat we dan in 2020 de landelijke doelstelling van 75% afvalscheiding van huishoudelijk afval gaan halen. Ook dat mag wel eens gezegd worden vinden wij.